Bestaat er zoiets als ‘genoeg’? En zo ja, wat is daar dan de maatstaf van?
Onze cultuur zegt plompverloren dat het nooit genoeg is. Daarom zitten we nu ook in de vadsige overconsumptiezeepbel die we ‘normaal’ noemen en die het ecologisch evenwicht van de planeet wurgt ten koste van steeds meer menselijke opdringerigheid. Dat antwoord voldoet dus niet, want het is ziek. Maar wat is het dan wel, genoeg? Of beter, hoe voelen we het als we het hebben?
Ik stel me de vraag regelmatig. Wanneer kun je zeggen dat je genoeg doet, dat je leven ertoe doet, dat je voldoende bijdraagt aan het bestaan van anderen of het welzijn van de planeet?
Er zijn twee benaderingen hierin. De ene is dat we het nooit kunnen weten omdat we het overzicht missen. We hebben geen idee wat de impact (of het gebrek daaraan) van onze kleine daden is op het grotere geheel omdat we onmogelijk een helder beeld kunnen krijgen van dat grotere geheel. Daarvoor is het veel te groot, en veel te complex. Het is een realisatie die kan leiden tot gevoelens van machteloosheid en zelfs depressie. Want wie zijn wij maar in ons eentje, en wat maakt het in ’s hemelsnaam uit wat wij al dan niet doen?
De andere benadering is dieper en eenvoudiger, maar vraagt vertrouwen. Ze zegt gewoon: je doet ertoe. Het gaat niet over omvang of impact of al dan niet meetbare resultaten, maar je doet ertoe. Omdat je bestaat. Omdat je deel uitmaakt van het grote web dat er zonder jou net dat ietsje anders zou uitzien.
En ja, je hébt impact. Niet altijd meetbare of zelfs zichtbare, maar wat maakt dat uit? De maatstaf waaraan wij mensen onszelf afmeten is per definitie karikaturaal verwrongen. De valkuil die ons toe grijnst vanuit onze cultuur, is die van het ‘succes’: een bankrekening, een bestsellerlijst, een buitenzwembad. In werkelijkheid zijn die symbolen van zogenaamde welvaart zo hol en inspiratieloos als de doorsnee plastic buis.
Innerlijke vrede vinden heeft te maken met het vertrouwen dat je precies bent waar je moet zijn en doet wat je moet doen zonder dat je daar het resultaat van ziet. Het is er wel, maar je weet het doorgaans niet. Op het moment dat het wel een keer tastbaar wordt, voelt dat daarom heel bijzonder.
Op het pensioenfeestje van mijn vriendin Marieke gisteren hoorde ik een vrouw die ik niet kende zeggen dat ze Marieke en haar unieke Robur-project op het spoor was gekomen door een artikel in De Bond. Dat bewuste stuk was er gekomen door mij. Ik had als redacteur van dat blad Marieke getipt als dagboekschrijver voor dat nummer, en het was effectief een heel fijn stuk geworden. Ik ben het na afloop van de speeches aan de dame in kwestie gaan vertellen en dat leidde tot een fijn gesprek. Draadjes die zichtbaar worden doen alle partijen plezier.
Wie zijn wij om te oordelen over de waarde van wat we doen, wat we zeggen of geven, wie we zijn, op anderen? Het web ís te groot om te overzien, en van de meeste van de rimpelingen die we creëren zien we nooit het uiteindelijke resultaat. Maar dat vertrouwen kunnen hebben dat niets zinloos is, en dat ook de kleinste daad een verschil maakt, ja, misschien is dat wel de enig mogelijke maatstaf.
❤
LikeGeliked door 1 persoon