Een gevertje

‘Jij bent een gevertje, hé.’
Dat schrijft een collega-schrijfster die even polst of het wel goed met me gaat. We zagen elkaar op de Nieuwjaarsreceptie van Literatuur Vlaanderen een paar weken geleden en er lag iets vermoeids in mijn ogen, vond ze.

Ik was die dag effectief moe, en de drukte en de galm van zoveel mensen bij elkaar in een warme, krappe ruimte deden mijn zenuwen geen deugd. Maar ze had ook niet helemaal ongelijk. Ik moest er even over nadenken, maar ik kreeg de boodschap de afgelopen tijd eigenlijk meer dan eens, uit verschillende hoeken.

Ik had mezelf nooit gezien als iemand die alleen maar geeft, ik kan als het er op aankomt ook echt wel goed aan mezelf denken. Maar toch. Ik geef. Ik geef graag en veel, ik heb het gevoel dat ik er misschien een klein verschil mee kan maken. Maar ik moet op tijd ook eens durven stilstaan. Ik voel het aan alles.

Ik heb het me de afgelopen weken steeds vaker afgevraagd: hoeveel geef ik eigenlijk? En hoeveel laat ik mezelf ontvangen? Soms in ruil voor iets, soms als voeding of noodzaak? En soms gewoon omdat het ook wel eens mag, rust nemen en genieten zonder dat er een verplichting of een verantwoording tegenover staat?

(c) Inaya photography

Het is een risico als je werk je passie is (of omgekeerd): dat je er te diep in duikt, er té veel mee bezig bent en iets te weinig toe komt aan opladen. Ik merk het bij mezelf, nu. Geen winterdip dit jaar, maar wel een stroperige vermoeidheid die zorgt voor sombere gedachten nu en dan, een inwendige zucht bij klussen waar ik anders mijn hand niet voor omdraai en een stel heupen en knieën die nét iets minder blij zijn om een paar uur te staan koken of strijken.

Toch mag ik ook trots zijn op mezelf. Ik voel hoeveel sterker ik ben, fysiek en mentaal, dan een handvol jaren geleden. Mijn knieën doen lastig maar geen astma-aanval meer te te bespeuren. En als ik denk aan mezelf als twintigjarige of kersverse moeder, dan herken ik die gestresseerde, ziekelijke en veel te hard pushende jonge vrouw bijna niet meer. Ja, natuurlijk zijn er uitdagingen, ook nu nog, aan de lopende band. Er zijn onzekerheden en onverwachte tegenvallers. Maar ik kan ze zoveel beter managen en vooral relativeren.

En bovenal is er de vreugde van het creëren. Dat doet altijd weer deugd, in elke vorm. Ik heb intussen begrepen dat dat is wat ik het allerliefste doe: het creëren zelf. Nog liever dan applaus of waardering in ontvangst nemen voor een resultaat, zit ik in het proces om tot dat resultaat te komen. En dat is iets wat ik mezelf ook mag geven, zonder verplichting of schuldgevoel. Het diepe duiken in de kleuren en beelden van het tarotdeck dat steeds verder vordert, in de stilte van mijn werkkamer. Het baldadige, chaotische, doodvermoeiende maar hartverwarmende travakken samen met de collega’s van de Kunstacademie Lede Erpe-Mere Wichelen aan de collagevoorstelling LEO/LISA, een enorm project waaraan zowat de hele academie deelneemt. Het eerste weekend (in Lede, juist voorbij) was een succes, het tweede (in Erpe-Mere) komt eraan.

Ik sta mezelf niet toe om te tobben over de toekomst, want ik heb er nu simpelweg geen tijd voor. Maar die komt wel weer terug, binnenkort wordt het rustiger. En dan ga ik een nieuwe adem vinden. Niet om te tobben, maar om me een weg te banen waar er voorheen geen was. Om een avontuur in de ogen te kijken dat mijn naam roept. Om mijn hart mee te brengen naar elke ontmoeting, als een bronnetje van innerlijk licht, en om bij wat mildere temperaturen de lente te voelen ontluiken. Kwestie van mezelf op tijd en stond ook iets te geven.

Daar word ik nu al blij van.

(c) Inaya photography

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s