“Ze is moe en voelt zich niet vrij. Ervaart alsof ze nooit goed genoeg is en hoort vooral kritiek op alles wat ze heeft opgebouwd in Life&Business. Ze voelt de diepe veiligheid niet helemaal om haarzelf te kunnen zijn. Zelfs thuis durft ze niet helemaal eerlijk te zijn over haar zorgen en haar overwinningen. Om te genieten, te huilen en helemaal zichzelf te zijn.
Er is eigenlijk nergens een plek waar ze zich écht veilig voelt en écht zichzelf kan zijn. Ik leg haar uit dat je ziel soms te groot is voor je lichaam en ze als het ware uit haar lijf vlucht omdat ze nooit geleerd hebt hoe ze veilig is in haar lichaam.
Ik vraag haar: ‘Ik denk dat je je in jezelf niet helemaal vrij en veilig voelt, herken je dat?’ En dan valt haar masker af. Ze scheurt open en een oneindige stroom van tranen, pijn en verdriet komt naar buiten.”
Ik lees dit stukje van Inge Spanjaard op Facebook (de hele post vind je hier) en het raakt me.
Inge Spanjaard (ik liet haar eerder zelf uitgebreid aan het woord in een online gesprek, dat vind je hier terug) coacht vrouwen en wil hen weer bewust maken van de kracht van vrouwelijke cycli in zowel leven als werk. Ze doet dat schitterend, samen met haar zus Sille Brouwer, en ik herken ook heel veel van wat ze in het bovenstaande stukje schrijft uit eigen ervaring.
Ik stond daar ooit ook, op dat punt, met het besef dat ik veilig moest durven zijn in mijzelf om me vervolgens veilig te weten in de buitenwereld. Het heeft jaren geduurd om te komen waar ik nu ben, met veel kleine stapjes, naar meer zelfvertrouwen, meer eigenliefde, meer innerlijke rust, en dan vervolgens (of tegelijk daarmee) ook nog eens de super enge stapjes naar de wereld toe. Jezelf durven tonen, écht durven tonen, voelt vaak als niet minder dan naakt gaan.
Maar dat is niet waarom deze beschrijving mij zo raakt. Zelfs niet omdat ik dit herken in zoveel vrouwen om mij heen, die daar ook mee aan het afrekenen zijn. Wel omdat ik dit – echt exáct dit, met bewoordingen en al – herken in een aantal mannen in mijn leven.
Oude mannen en jongere mannen. Vertrouwde mensen in mijn leven en nieuwe ontmoetingen. Mannen die zich haarscherp bewust zijn van hoe slecht ze in hun vel zitten en mannen die er geen benul van hebben. Sommige stompen zichzelf af met roesmiddelen, andere verschansen zich achter metersdikke muren en slotgrachten. Een enkeling durft de stap te zetten om die kwetsbaarheid te erkennen en er iets mee te gaan doen.
Voor mannen is dat vaak nog een heikeler kwestie dan voor vrouwen. Want werd de vrouwelijke kracht in vrouwen door de eeuwen heen al niet gerespecteerd, dan werd ze in mannen gewoon vermoord.
Vierduizend jaar lang is ons geleerd hoe we ons wel of niet mogen gedragen als we ons in een bepaald soort lichaam bevinden. Maar onze persoonlijkheid, onze ziel, ons hele wezen, bestaat uit verschillende facetten tegelijk. We zijn én sterk én kwetsbaar. We zijn én daadkrachtig én passief. We hebben behoefte om te geven én te krijgen. We willen onze eigen wil manifesteren én ons verbinden met anderen. We willen kunnen praten én luisteren. Bovenal willen we veilig zijn. Bij onszelf, en bij anderen. Helemaal zoals we zijn. Want we hebben het allemaal in ons, het mannelijke, het vrouwelijke, het vage, het tweezijdige. En het is zo verschrikkelijk gekwetst.
De afgelopen eeuwen heeft het patriarchaat één bepaalde vorm van ‘mannelijke’ mannelijkheid naar voren geschoven als norm. De laatste honderd jaar bestond de emancipatie van vrouwen er in grote mate in dat zij in toenemende mate toegang verwierven tot dit mannelijke aspect, in zichzelf en in de samenleving: ze mochten steeds meer voor hun mening opkomen, ze mochten gaan studeren, ze veroverden de werkvloer. Het heette: niet onderdoen voor mannen.
Maar wat met het vrouwelijke aspect? Wat met verbondenheid, zorg, koestering, samenwerking, gevoeligheid, intuïtie, cyclisch leven? Het vrouwelijke aspect in mannen is even uitgehongerd, eenzaam, uitgeput en verloren als het is in vrouwen, wellicht zelfs nog veel meer. Want van vrouwen werd wel aanvaard dat ze al die kwaliteiten in zich droegen en uitten, al werd er smalend over gedaan als ‘zwak’. Van mannen werd het simpelweg niét aanvaard. De enige manier om als man te functioneren onder het patriarchaat, was als een half mens.
In de jongere generaties mannen, opgegroeid in breeddenkender gezinnen, zie ik beterschap. De vriendjes van mijn zoon zijn zalig om te zien, met hun mengeling van branie en gevoeligheid, spontaniteit, stoere praat en vertedering. Dit zijn kinderen die zich inderdaad veilig weten in een multifacettair bestaan. Zij gaan in onze drastisch veranderende samenleving andere uitdagingen tegemoet dan alle generaties voor hen, maar als het aankomt op een beter evenwicht tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid ben ik hoopvol.
Maar zij zijn op dit moment nog een voorhoede, of een minderheid. De diepe wonden van de oudere generaties zijn nog lang niet uitgespeeld. Ze schrijnen en etteren, en ze zijn loodzwaar om te dragen want precies in de oudere generaties zijn mannen doordrongen van het dogma dat hulp vragen niet mag, en dat ze dit alleen moeten doen. De eenzaamheid is bodemloos.
Het is tijd om die pijn zichtbaar te maken. Het is tijd om de kwetsbaarheid aan het licht te brengen en ze een veilige bedding te geven.
Daarvoor hebben mannen niet alleen meer vertrouwen en verbondenheid nodig met elkaar, maar ook met ons, vrouwen. We hebben de afgelopen eeuw zo hard geknokt om een plaats te krijgen naast hen dat we het haast zouden vergeten dat mannen ook een kwetsbare kant hebben, een broze schaal, een hulpeloos innerlijk kind, en vaak een bodemloos verdriet.
En ja, het vraagt soms een pak zelfbeheersing en veel onvoorwaardelijke liefde om dat alles te zien doorschemeren doorheen de pantsers, de grote monden, de brute en dominante omgang met de wereld die de generatie van onze vaders en grootvaders is ingeprent. En een gekwetst innerlijk kind is géén vrijgeleide voor agressie of wandaden, geen carte blanche voor narcisme of straffeloosheid.
Maar er is zoveel te genezen, zoveel goed te maken. En het lukt ons alleen als we het samen doen, als het krachtige mannelijke aspect in elk van ons de veilige ruimte creëert voor het gevoelige vrouwelijke aspect. In onszelf, voor onszelf. En naar de ander toe, voor haar, voor hem.
Niemand van ons verdient minder dat dit.
Ja… zoals altijd ben ik helemaal mee, Kirstin. En “het lukt ons alleen als we het samen doen” geldt voor véél meer dan alleen onze gekwetste mannelijkheid en vrouwelijkheid. Het krijgt onderhand een uitdrukkelijk existentieel kantje, in de planetaire crisis die we met z’n allen doormaken… Maar dat is een ander verhaal – of toch niet? … 😉 ❤
LikeGeliked door 1 persoon
Alles is met alles verbonden, Marieke. Zoals we al lang weten… ❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Zo herkenbaar dit, als moeder van 3 zonen. Ik hoop zo dat de jongens eenmaal wat ouder erin slagen te behouden wat hen nu zo ‘whole’ maakt. Ik stekl bij mezelf vast dat ik hoe langer hoe sceptischer ben over de ‘vrouwenbeweging’. Het lijkt dat dezelfde fouten worden herhaald, jongens krijgen nu al minder kansen, alle aandacht gaat naar meisjes, in onze hardnekkige pogingen om gelijkheid te realiseren. En tegelijk zie ik dat voor de jongste generatie gender eigenlijk niet uitmaakt, je bent gewoon jezelf. Dat geeft hoop.
LikeGeliked door 2 people