Je eigen ruimte bewonen

Grenzen 2.0 – Zichtbaarheid

(c) Inaya photography

Het onderwerp ‘grenzen’ houdt me al een tijdje bezig. Ik dacht altijd van mezelf dat ik de mijne vrij goed kende en ze ook goed kon aangeven, maar ik ben er nog volop over aan het bijleren.

Eerder postte ik een filmpje waarin ik het had over één bepaald facet van grenzen, namelijk dat we ze soms pas aanvoelen als we er ver over gegaan zijn, en dat dat eigenlijk niet de bedoeling zou mogen zijn. Je vindt het hier (of zie onderaan deze blog).

Een ander en voor mij best verrassend aspect van grenzen heeft te maken met zichtbaarheid.

Zichtbaarheid is een thema dat in mijn blogs al aan bod gekomen is, want ik heb er lange tijd mee geworsteld. Hoe zichtbaar wil ik zijn? Hoe wil ik in interactie gaan met de wereld (als mijzelf en met mijn werk) en hoe níet? Het is een evenwicht dat ik steeds beter begin te vinden.
Daarom verraste het mij toen ik in mijn zoektocht rond grenzen aangeven toch weer botste op zichtbaarheid. Ik had de twee in eerste instantie niet met elkaar verbonden. Nochtans is het zodra je het doorhebt bijna vanzelfsprekend. Maar dat zijn de meeste dingen nu eenmaal als je ze doorhebt… 😉

Je grenzen aangeven doe je op verschillende manieren: verbaal, non-verbaal en door iets (niet) te doen. Je vertelt je vriend dat je geen tijd hebt voor een lange videocall (verbaal), je zit tijdens de call constant ergens anders naar te kijken (non-verbaal), of je neemt gewoon niet op als de ander belt (actie). Maar of de ander die grens begrijpt en respecteert, heeft minder te maken met wat je precies zegt of doet en veel meer met hóe. Meer bepaald: of jij je eigen energie bewoont.

(c) Inaya photography

Wie kent het scenario niet, dat je naar een gesprek toe gaat met het gevoel dat de ander een machtsfiguur is, sterker dan jij, groter op een of andere manier? Of dat zijn of haar noden belangrijker zijn dan de jouwe? Dat je vooral niet te veel plaats mag innemen met je behoeften, gevoelens, ideeën, aanwezigheid…? Op dat moment bewoon je je eigen energie niet.

Zonder zweverig te willen doen, als je je die energie voorstelt als een veld om je heen, dat anderen op een onbewust niveau voelen en dat ervoor zorgt dat ze jouw persoonlijke ruimte respecteren, dan heb je het op dat moment een stuk kleiner gemaakt dan goed is voor jou. Het gevolg is dat mensen letterlijk of figuurlijk dichterbij zullen komen dan je prettig vindt of zelfs spreekwoordelijk met hun grote voeten op je tenen zullen komen staan. Dat is niet omdat ze lomp zijn of meer plaats willen innemen dan hen toekomt, maar omdat jij die ruimte ‘open’ liet. Vanuit het standpunt van anderen ziet ze er leeg uit, vacant, en dus beschikbaar. Daardoor zal ze dan – bijna vanzelf – door hen worden ingenomen, net zoals water niet stopt met stromen als het geen rand of obstakel tegenkomt.

Als we het gevoel hebben dat anderen frequent over onze grenzen gaan of er geen rekening mee houden, dan is dat ‘open’ laten van ruimte vaak de onbewuste basis voor onze interacties. Ze komt voort uit onze overtuigingen over onszelf en onze plaats in de wereld, en hoeveel we daarvan maar mogen hebben.

Die overtuiging sluipt in je houding als je de kamer binnenkomt, in je woordkeuze, in de aarzeling waarmee je met iets instemt of tegen iets protesteert. Je zegt dingen als: ‘Ik dacht dat we misschien zouden kunnen gaan wandelen, tenminste, als jij dat ook een goed idee vindt? Maar het is maar een voorstel, hoor…’ In plaats van: ‘Ik heb echt zin in een wandeling! Ga je mee?’

Merk op dat je in het tweede geval de ander nog steeds de kans laat om nee te zeggen en op te komen voor zijn/haar behoeften. Je voorstel is geen verplichting of dictaat. Maar je geeft wel helder aan waar jij staat, en dat je voorstel geen vrijblijvende, wankele suggestie is.
Mijn Nederlandse overbuurvrouw bracht dat perfect in de praktijk toen ik haar vorige week opzocht. Ze trok de deur open, zag me staan en zei vrolijk: ‘Heel fijn je te zien, maar nu past het echt even niet, ik ben bezig. Kun je over een uurtje terugkomen?’ Een uur later lukte ook nog zonder probleem voor mij, en toen hadden we een heel fijne babbel. Iedereen tevreden.

(c) Inaya photography

Het hoeft natuurlijk niet altijd zo verbaal te gebeuren. Velen van ons schrikken nog altijd terug voor het recht-voor-de-raap communiceren van wat we denken en willen, en niet iedereen is zo ad rem als mijn buurvrouw. We denken nog vaak dat we anderen ermee zullen choqueren of bruuskeren, dat zit redelijk hardnekkig ingebakken in onze goeie ouwe Vlaamse cultuur.

Maar ook als we het met minder woorden doen, kunnen we aanwezig zijn in onze eigen energie en laten voelen dat we het menen. Een leerkracht met gezag hoeft geen woord te zeggen om een rumoerige klas te laten zwijgen. Maar ze krijgt dat niet voor elkaar in een donker hoekje van het klaslokaal, of vanachter het gordijn. Ze staat in het volle zicht, voor het bord.

Dát is het punt waarop grenzen aangeven eigenlijk begint: in het zichtbaar bewonen van je eigen ruimte. In het voelen en aanvaarden van je eigen voorkeuren en behoeften, en in de bereidheid om die te tonen naar de buitenwereld toe.

Ja, dat is soms spannend. Ja, dat kan een serieuze stap buiten je comfortzone zijn. Ja, je wil ook rekening houden met de ander. Maar dat hoeft niet ten koste van jezelf. En wat anderen niet te zien krijgen van jou (letterlijk of figuurlijk, heel direct of subliminaal), daar zullen ze geen rekening mee houden. Daar kúnnen ze geen rekening mee houden, want het is onzichtbaar voor ze.

Als we willen dat onze grenzen gerespecteerd worden, moeten we zichtbaar durven zijn.

(c) Inaya photography

Grenzen 2.0 – De tak ontlasten voor hij scheurt:

3 gedachtes over “Je eigen ruimte bewonen

  1. Mooi en helder beschreven weer Kirstin, zowel jouw eigen proces als wat er met velen van ons gebeurt bij het (NIET) innemen van onze ruimte. Fijn dat je zo’n recht-voor-de-raap buurvrouw hebt! De Deense ‘cultuur’ lijkt in dit opzicht op de Vlaamse, denk ik. Het kost me soms de grootste moeite om echt te begrijpen wat iemand nu bedoelt, omdat de verbale boodschap afwijkt van de lichaamstaal. Denen (althans: de mensen in onze woonomgeving) zijn ‘wollige rapen’ en dat conflicteert dus wel eens als ik (of manlief) heel erg ‘Nederlands’ communiceer…

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s