Het belang van de bodem

(c) Inaya photography

We noteren de laatste dag van het schooljaar, en de afgelopen week werden we op sociale media overspoeld door foto’s van diploma’s en proclamaties. We lazen de bewondering van ouders voor hun kinderen, en warme teksten aan het adres van meesters en juffen. We zagen een regenboog aan kaartjes, ballonnen en cadeautjes. Maar we zagen ook: een hart onder de riem voor ouders en kinderen die het het afgelopen jaar niet makkelijk hadden en voor wie dit schooljaar minder een feestelijk besluit kent. En dat aantal ligt dit jaar veel hoger dan anders.

C*, natuurlijk, wat anders? De manier waarop dit virus door de samenleving is gebanjerd heeft het leven van onze kinderen op zijn kop gezet. Maar meer nog dan het virus heeft de manier hoe we daar als samenleving mee zijn omgegaan gezorgd voor enorme schade.

(c) Inaya photography

Al lang voor de C*-pandemie pleitten experten voor hetzelfde: meer structurele ondersteuning voor kinderopvang, onderwijs, omkadering van kwetsbare gezinnen. De bodem, dus. En toch zien we al decennialang dezelfde beweging en dezelfde beleidsbeslissingen: minder investering in de bodem, hardere eisen van kwaliteit aan de eindstreep. Dat gaat dus niet, hé mensen. Net zoals je een plant die je geen water en geen meststof geeft niet kun uitschelden omdat ze geen vrucht draagt, kun je van kinderen niet eisen dat ze excellent presteren als de omgeving waarin ze opgroeien steeds schraler wordt.

Smartborden, digitale leeromgevingen en andere snufjes zijn er volop, maar dat is eigenlijk niet wat kinderen nodig hebben. Ze hebben behoefte aan een haalbaar ritme, aan warmte, begripvolle omkadering en het gevoel dat ze – liefst op hun eigen tempo – groeien en bijleren. Het is op dát vlak dat de bodem zwaar onder druk staat.

Aan de verzorgers, opvoeders en leerkrachten ligt het zelden of nooit. De overgrote meerderheid van hen is nog altijd even bevlogen, liefdevol en geëngageerd, en werkt zich tot op het randje van de burn-out, of erover. Ook zij voelen de druk en de verschraling van het milieu waarin ze werken en waarin ze kinderen moeten laten proberen te gedijen steeds harder. Negen baby’s per opvoeder in de kinderopvang, wie bedénkt het? Wie durft nog zeggen dat dit haalbaar is?

Ja, natuurlijk is dat haalbaar. Als je kinderen behandelt als conservenblikken op een lopende band en opvoeders als inpakkers. En daarmee is alles gezegd.

(c) Inaya photography

Sommige dingen zijn lastig te organiseren op grote schaal, en hoe mondialer deze wereld functioneert hoe lastiger dat wordt. Schoolprestaties en academische credentials krijgen net als alle andere dingen hoe langer hoe meer een internationaal kleurtje. Maar ik heb het afgelopen anderhalf jaar vaak gedacht: het is onzinnig hoe we blijven eisen dat kinderen een ‘normaal’ schooltraject afleggen en geëvalueerd worden alsof er niets aan de hand is. Dat is zoiets als van een klasje aan boord van een schip in noodweer eisen dat ze rustig voortstuderen en presteren alsof het kalme zee is, terwijl hun lesmateriaal van hun banken schuift, de stormwind intussen de zeilen aan flarden scheurt en er mensen overboord geslagen worden.

Hoe zot zijn wij eigenlijk dat wij denken dat dat kán?

Voor veel volwassenen was het afgelopen anderhalf al zwaar tot loodzwaar. Voor kinderen geldt dat dubbel. Hun filters naar al wat er op hen af komt (onzekerheid, stress, verdriet, angst) staan veel harder open, hun verwerkingsstrategieën en hun relativeringsvermogen (dingen die volwassenen omwille van leeftijd en ervaring hebben opgebouwd) zijn nog niet voldoende ontwikkeld.

(c) Inaya photography

Waarom konden we niet gewoon zeggen: ‘Oké mensen, dit is een noodsituatie, we gaan eerst zorgen dat we dit allemaal met zo weinig mogelijk kleerscheuren overleven en dan pikken we de draad wel weer op’? Waarom is ‘de leerdoelen niet halen’ of ‘een schooljaar verliezen’ zo’n ramp?

Daarmee bedoel ik niet dat we de scholen maar moesten sluiten. Precies kinderen uit kansengroepen zijn gebaat bij zoveel mogelijk input en stimulans, bij kennis en verbondenheid en nieuwe werelden die voor hen opengaan op een manier die ze thuis vaak niet voorhanden hebben. Maar dan heb ik het wel over constructieve stimulans, niet over business as usual met alle examenstress en prestatiedruk erbovenop.

Als ik lees dat het middelbaar waar mijn zoon volgend jaar heen gaat een summer school aanbiedt voor kinderen die naar het eerste of tweede middelbaar gaan, om hen te helpen hun achterstand bij te werken en leerstof te herhalen of te integreren voor ze aan een nieuw jaar beginnen, dan heb ik daar om precies dezelfde reden zeer gemengde gevoelens bij. Enerzijds denk ik: goed dat ze degenen die het moeilijk hebben niet aan hun lot overlaten. Anderzijds denk ik: maar iedereen moet en zal toch maar weer over diezelfde verdomde eindstreep, alsof er helemaal geen wereldwijde crisis is. En precies de kinderen die het moeilijker hebben, krijgen minder ademruimte.

(c) Inaya photography

Mijn zoon behoort absoluut niet tot de grote groep van kinderen die zo hard geworsteld hebben het afgelopen jaar. Hij heeft zich nog geen dag van zijn leven zorgen moeten maken om zijn schoolresultaten. Maar zelfs bij hem toont de spanning die prestatiedruk met zich meebrengt zich, op een subtiele manier.

Op de proclamatie van zijn klas hadden de kinderen op een stuk karton geschilderd wat ze later wilden worden. De dag nadien lag hij op de zetel naar het plafond te staren en zei zachtjes tegen mij: “Mama, ik weet eigenlijk niet of ik dat wel wil. Ik weet eigenlijk helemaal niet wat ik wil worden.” En dat hij twijfelde of hij er ooit wel klaar voor zou zijn. “Waarvoor, schat?” “Volwassen worden.”

Ik schreef al eerder dat we kinderen de verkeerde vraag stellen als we hen vragen wat ze later ‘willen worden’. Ik stelde toen ook een alternatief voor, en ik blijf daar bij. Vruchtbare bodem hebben ze nodig, waarin ze kunnen ontdekken waar ze goed in zijn en wat zij kunnen bijdragen aan de wereld, niet een of ander populair of onhaalbaar doel waarmee ze zichzelf de rest van hun leven om de oren gaan slaan.

Nu is het dus vakantie. En dat is nodig. Want ook rust draagt bij tot een vruchtbare bodem, en dat is wat ik wens voor mijzelf en mijn zoon, en nog veel meer voor alle kinderen en ouders die zich het afgelopen anderhalf jaar door het leven hebben geworsteld: tijd om te laten bezinken, te verwerken, te aanvaarden.

En van daaruit kunnen we verder groeien.

(c) Inaya photography

4 gedachtes over “Het belang van de bodem

  1. Mooi pleidoor, Kirstin, en terecht met de nodige verontwaardiging! ❤
    In mijn ogen heeft een kind in de eerste plaats een goede verbinding met zichzelf nodig, niet met de verwachtingen van de wereld waarin het leeft. Zelf vind ik dat wij volwassenen onze kinderen een groot geschenk geven als we hen leren (opnieuw) contact te maken met hun ziel. De agenda van hun ziel bepaalt wat zij te doen hebben in het leven, en 'scholing' is dan ontdekken wat die agenda voor elk inhoudt en welke uitdrukkingsvorm het best past. De agenda van onze ziel volgen (bewust of onbewust) maakt ons het gelukkigst…

    Geliked door 2 people

  2. Mijn hart breekt bij het lezen van de zin dat je zoon twijfelt of hij er ooit wel klaar voor zal zijn volwassen te worden… Wat heb ik het te doen met al die kinderen op je foto’s, die dromen om ‘iets’ te worden – nu al meegesleurd te worden in de prestatiemaatschappij. Mogen ze niet nog even gewoon kind zijn… ? Hoe schrijnend is de vergelijking die je maakt met het afgelopen anderhalf jaar en een schip in woest weer. Hoe schrijnend WAAR. Ik kan me je zorgen voorstellen. Ik wens jullie een heel goede vakantie samen toe, even afstand nemen, van alles, en ja: tot rust komen. XX

    Geliked door 2 people

    1. Lieve Anuscka, ik besef beter dan ooit hoe bevoorrecht wij zijn. Onze zoon krijgt thuis genoeg andere input om een tegengewicht te bieden aan wat de samenleving op hem afstuurt. Zijn bekommernis, hoe schrijnend ook, wordt hier gerespecteerd maar tegelijk ook gerustgesteld. Hij hoeft helemaal niets te weten, nu, en het is nog lang niet de tijd om volwassen te worden! Het kan leerrijk zijn om jezelf die vragen te stellen, maar ze mogen geen molensteen om je nek worden…
      Maar als zelfs hij daar nu al mee in zijn hoofd zit, dan vraag ik me echt af in wat voor mentale tredmolen veel andere kinderen terechtkomen nog voor ze adolescenten zijn. Ik zal proberen daar op elke manier een alternatieve stem te laten horen…

      Geliked door 2 people

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s