Twee weken geleden viel ik van de trap.

Het was niet alsof ik erop had zitten wachten. Maar dat soort dingen gebeuren niet zomaar.
Ja, natuurlijk weet ik hoe dat klinkt en nee, ik maak geen grapje. Dit soort verschijnselen kunnen heel bizarre en grappige proporties aannemen. Als mijn man emotioneel ergens mee in de knoop zit (stress op het werk, zorgen om zijn kinderen…), dan krijgt hij transportproblemen: auto-ongelukken, fietspanne, technische schade… Eerst zagen we het verband niet, maar stilaan begonnen we te merken dat als hij een accident of een probleem had, zich dat telkens voordeed op momenten dat hij ergens mee aan het worstelen was. Dus na een tijdje lachten we, als hij weer eens in panne stond met zijn velomobiel: oké, wat is er echt aan de hand? Bleek er altijd weer een of ander interessant innerlijk proces aan de gang dat het verdiende om er met wat meer aandacht naar te kijken.
Ik gebruik de signalen van mijn lichaam al jaren als metafoor. Dus mijn bekken en mijn staartbeen kneuzen, die sinds mijn bevalling negen jaar geleden sowieso fragiel zijn, was iets om serieus te nemen. Hier liggen verbindingen met geworteld zijn, met de oorsprong van het leven, en met een diep gevoel van veiligheid. Het bekken is bij een vrouw tegelijk het centrum van kracht, haar fundering en de schoot van haar creativiteit.
Een val zoals die van mij (de voorlaatste trede van de trap missen en landen op mijn stuit) kun je moeilijk levensbedreigend noemen. Maar ik beken dat ik de impact ervan onderschatte. Ik heb nog nooit iets gebroken in de veertig jaar dat ik leef, en mijn ernstigste fysieke aandoening (behalve de woedende storm die bevallen bleek te zijn) was een longontsteking – een heel ander type kwaal.
Dus sloeg ik de evoluties van mijn lichaam heel bewust, en met lichte verbijstering, gade, de afgelopen twee weken. Ik verbaasde me erover hoe snel een lichaam geneest, terwijl sommige diepere kneuzingen tegelijkertijd langer blijven hangen dan je verwacht. Ik vroeg me af of er al dan niet iets echt mis was (er was één zijde waarop ik ’s nachts eigenlijk niet kon liggen – niet omdat dat pijn deed, maar omdat sommige bewegingen die ik maakte als ik op die kant lag een pijnscheut langs mijn ruggegraat deden schieten waar ik zonder mankeren van wakker werd, en die er voor zorgde dat ik de eerste twee uur na het opstaan letterlijk kreupel liep.
Ook op innerlijk vlak ben ik gaan graven en gaan gadeslaan. En dat was net zo interessant. Samen met de kneuzingen leek er een soort bron aangeboord vanbinnen om oude, opgebouwde spanningen er eindelijk uit te laten komen. Een pijnlijke vorm van zuivering, als je wil.
Wat ik heb geleerd:
Pijn put uit. En dat geldt voor zowel fysieke als emotionele pijn. Ik heb me zelden zo moe gevoeld als nu, na een dag van functioneren op halve kracht, waarbij ik voortdurend bezig was het knagende pijngevoel in mijn spieren op de achtergrond te houden. Het is ook geen toeval dat ik precies in deze periode schreef over de harde en diepe innerlijke oordelen die we over onszelf vellen.
Voor mij is, bij de aanvang van dit nieuwe seizoen en wie weet wel een heel jaar, als we de natuurlijke kalender volgen, de conclusie van de afgelopen twee weken van pijn en genezing alvast deze:
Ik wil bij mezelf zijn waar ik ben.
Zonder de noodzaak mezelf te verantwoorden tegenover wie of wat dan ook, zonder beter te willen zijn dan ik ben, zonder een oordeel te vellen over mezelf, een situatie, andere mensen of een combinatie van dat alles. Ik wil ’s morgens wakker worden en blij zijn over waar ik me bevind, zonder enige intentie om ergens anders te zijn of te geraken. Want ik ben zelf net zo goed een plek om bij mezelf te zijn, een woonplaats voor mijn ziel, en ik wil daar zijn. Thuis in en bij mezelf, en blij daarmee. Ik wil uitbotten als een boom, op het moment dat hij eraan toe is, en het zonlicht vangen, net zo goed als de regen.
Ik wil Zijn.
Ik probeer, andermaal, naar mijzelf te kijken met nieuwe ogen.

Wat goed, zeg, die val… 😉
Desalniettemin van harte snel beterschap gewenst, en als je pijnscheuten blijft krijgen, misschien toch maar eens naar de dokter en/of osteopaat?
LikeGeliked door 1 persoon